Nederlandsche boeren-kolonisatie in Suriname.
1922; Brill; Volume: 3; Issue: 1 Linguagem: Holandês
10.1163/22134360-90001751
ISSN2213-4360
Autores Tópico(s)African history and culture studies
Resumogrootendeels nog zuiver nederlandsch bloed, belangstelling die in de eerste plaats kennis-vermeerend en opvoedend zij teneinde die wroeters opteheffen uit hun Staat van 1 andbouw-technische achterlijkheid tot hooger peil van cultuur-techniek en daardoor van welvaart, wel niemand die zieh hierin niet Verheugen zou. Historisch toch Staat vast, dat het gouvernement aan deze boeren een zware schuld te deigen heeft, aangegaan jegens hun vaderen, die het in 1845 ten getale van 384 jammerlijk onvoorbereid naar Suriname heeft laten komen, ten getale van 373 door typhus heeft laten teisteren en ten getale van 189 in den kortst mogelijken tijd daaraan heeft laten crepeeren, terwijl het daarna de overblijvende helft vrijwel geheel aan haar lot heeft overgelaten. Maar indien het herdenkingsfeest nieuw leven mocht blijken te hebben ingeblazen aan het oude denkbeeld, dat Suriname voor hollandsche boeren een mooi land en hollandsche boeren-kolonisatie voor Suriname een mooi ding is, dan zou het schandfeit van 1845 na vijfenzeventig jaren nieuw onheil hebben gesticht. Voor vrees is er niet veel, maar toch wel eenige grond. In het vorig najaar kondigde de kampioen voor dit soort kolonisatie, de heer J. J. Leys, in een zijner Standaardbrieven, geciteerd in het Koloniaal Weekblad van
Referência(s)