De Seconde Epistre Van Gentian Hervet

1968; Brill; Volume: 48; Issue: 2 Linguagem: Holandês

10.1163/002820368x00074

ISSN

1871-2401

Autores

J. N. Bakhuizen van den Brink,

Tópico(s)

Reformation and Early Modern Christianity

Resumo

Het is bekend, dat Philips van Marnix van Sint Aldegonde de prik kel tot het schrijven van zijn Byenkorf, die in 1569 verscheen, zegt ontleend te hebben aan een gedrukte brief van Gentiaen Hervet uit Orleans. Te Antwerpen had Marnix een boekje te koop gezien „int Walsch ende int Nederduyts gesteld met de titel: „Een Missive oft Zent-brief, aen de verdwaelde vant Christen gelove, by Gentiaen Hervet etc. Hij heeft in de Byenkorf ook de ironie, waarover hij trouwens zelf rijkelijk beschikte, overgenomen die hij bij Hervet vond. De brief was gericht „Aen de Vergaderinghe Der geenre die hen selven Gheloovighen heeten, ende aen het Woordt geloovende, Gentian Hervet van Orleans wenscht ghenade ende vrede in Jesu Christo, en begint op deze manier: Ik zou graag in uw vergade ringen d.z. kerkdiensten komen, maar dat is mij niet geoorloofd en daarom neem ik de pen op om u te vragen, in de hoop dat gij mij ook zult antwoorden, mijn twijfelingen te willen wegnemen, die mij vooralsnog beletten om ulieden te adhereren, „hoe grooten lust dat ick oock hebbe mijn salicheyt te doene. Na dit gezegd te hebben gaat Hervet in zijn brief tot de meest heftige kritiek op de protestant se overtuiging en voorgangers over, en ook op dit spoor volgt Mar nix hem, in omgekeerde richting wel te verstaan en met dien ver stande dat de omvang van de Byenkorf in geen verhouding meer staat tot het kleine geschriftje van Hervet, dat slechts 18 bladen kl.-8° omvat. De indeling in zes vraagpunten van Hervet's brief heeft Marnix aangehouden, maar zonder zich aan enig redelijk even wicht betreffende de omvang te houden. Deze zes punten zijn: ten eerste de vraag, waarom de geadresseerden, d.z. de Hugenoten te Orleans, Baugency, Crevant enz., zich gelovigen noemen, ofschoon „zij als wangheloovighen allen verwerpen dieniet van hun opinie, met name ter zake van Kerk en sacrament, zijn. De tweede „fasti dieux Scrupule van Hervet is, waarom zij zich uitsluitend aan de Schrift houden en niets accepteren dat daar niet „expres en de clear in staat. Het derde punt betreft de biecht. Het vierde is de vraag waarom zij de Roomsen afgodendienaars noemen. Het vijfde erkent

Referência(s)