Artigo Acesso aberto Revisado por pares

Armen-en kerkezorg in Suriname na de inbezitneming der kolonie door Abraham Crynssen

1946; Brill; Volume: 27; Issue: 1 Linguagem: Holandês

10.1163/22134360-90000413

ISSN

2213-4360

Autores

Fred. Oudschans Dentz,

Tópico(s)

Law, logistics, and international trade

Resumo

Twee jaren na de inbezitneming van Suriname lezen wij in de politieke notulen van 17 Juni 1669: „Op seeker request van den Kerckenraedt van Suriname, gepresenteert tot soustien en onderhoudt van de armen in deze provincie, sijn toegestaen de naevolgende poincten : 1 . dat alle drie maenden een collecte sal mogen gedaen worden door de gansche provincie ende dat de Kerckenraedt daartoe sodanige personen toe sullen gebruijken, die sij sullen denken bequaem te Weesen ; 2. dat op alle obligatien en assignatien die geaccepteert sijn bij manquement van betaling een parate executie sal volgen ; 3. dat alle incomende schepen sullen gehouden sijn voor den armen te geven hondert pondt broodt of de valeur van hondert pondt suijcker; 4. dat voor yeder vijftich ackers landt die tot Toerarica sal opgenomen worden, hondert pondt suijcker van den opnemer voor den armen betaelt sal worden ; 5. dat yeder herbergier jaerlijcks voor de armen sal geven driehondert pondt suijcker ; 6. dat voor yeder persoon, die in de Kerck sal begraven worden, sal voor de armen betaelt worden vierhondert pondt suijcker. De eerste diaken was de commies Combe. Omtrent zijn dienst als commies werd in hetzelfde jaar 1669 bepaald, hoe hij de schepen heeft te visiteeren: ,,Hy sal sich aen boort begeven en sich informeeren van den naem van den schipper en het schip en waer het van daen is, alsmede van de ladinge, dewelcke indien bestaet in neegers, koebeesten of paerden, sal correct het getal

Referência(s)