Portal de Periódicos da CAPES

Perspectief der Nederlandse oriëntalistiek

1967; Brill; Volume: 123; Issue: 2 Linguagem: Holandês

10.1163/22134379-90002903

2213-4379

E.M. Uhlenbeck,

Het zou niet veel moeite kosten om uit de lange geschiedenis der Nederlandse ori?ntalistiek, een geschiedenis die vrijwel direct begint met de stichting der Leidse universiteit, een aantal idyl lische toestanden te schetsen en enige schilderachtige personen ten tonele te voeren, ten eiiide daarmee de tijd die ons nog van de receptie Scheidt, op aangename wijze te k?rten. Degenen onder U die dagelijks te worstelen hebben met de problemen die een onstuimig groeiende universiteitsbevolking oproept, zou ik wellicht voor enkele ogenblikken van hun zorgen kunnen bevrijden door hen te verbalen van de tijd, die overigens nog geen 90 jaren achter ons ligt, toen onder het rectoraat van de vermaarde ori?ntalist Hendrik Kern de Leidse faculteit der Ietterei! slechts 15 hoogleraren telde en ??n lector, die tezamen tot taak hadden in het totaal 13 Studenten te onderrichten. Voorts zou ik onze ori?ntalistische vakgenoten die soms met enige spijt constateren moeten, hoe de piepjonge secties der moderne talen hen in docenten tienvoudig en in Studenten honderdvoudig zijn gaan overtreffen, voor een ogenblik kunnen laten leven in de academische wereld rond 1880 toen de 16-koppige faculteitsbemanning voor rond 50 % uit ori?ntalisten bestond, waarmede de ori?ntalistische factie in aantal verre die der klassieke studi?n, het Nederlands, de filosofie en de geschiedenis over trof. Zij die de uitbreiding der wetenschappelijke staven met zorg gadeslaan, zouden zieh kunnen vermei?n in de situatie van weleer, toen het begrip staf volslagen onbekend was, en tenslotte zou ik hen die verontrust zijn over de ontzagwekkend snelle groei van onze biblio theken, kunnen terug voeren naar het eind van de 18de eeuw, toen