Artigo Acesso aberto Revisado por pares

G. de Bruin, Geheimhouding en verraad. De geheimhouding van staatszaken ten tijde van de Republiek (1600-1750)

1994; Utrecht University Library Open Access Journals (Publishing Services); Volume: 109; Issue: 1 Linguagem: Holandês

10.18352/bmgn-lchr.3791

ISSN

2211-2898

Autores

J.I. Israel,

Tópico(s)

Historical Studies on Reproduction, Gender, Health, and Societal Changes

Resumo

RecensiesHet hier kort samengevatte betoog van Van de Schoor wordt in vaak zeer uitgebreide aantekeningen stevig onderbouwd.Wat er door en over La Milletière ooit is geschreven en bewaard is gebleven, dat heeft zijn plaats in deze doorwrochte thesis gevonden.Daarbij dient wel te worden opgemerkt, dat de auteur zijn onderwerp vanuit een bepaalde gezichtshoek heeft benaderd.Hij drukt dat uit in de ondertitel van het boek: 'Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de letteren'.Ondanks deze zichzelf opgelegde beperking heeft Van de Schoor toch ook kans gezien de theologische inhoud van de standpunten duidelijk te verwoorden.De persoon van La Muletière zelf blijft echter ook in deze studie onduidelijk en dat erkent de auteur in de laatste zin van zijn slotbeschouwing: 'La Milletière, een figuur naar wiens karakter en drijfveren men bij ontstentenis van relevante bronnen eigenlijk alleen maar kan gissen ' (198).Lof dus voor het boek in grote lijnen, maar wel wat kritische kanttekeningen inzake enkele details.Dat het taalgebruik soms wat erg gemeenzame uitdrukkingen vertoont, schijnt heden ten dage geaccepteerd te moeten worden: 'waarmee de trammelant begon' (23), 'het kind werd met het badwater weggegooid' (67), 'de namaakcalvinist' (188).Soms loopt een poging om iets origineels te zeggen uit op een vrij duistere en weinig fraaie zin: 'De gebruikelijke daad van eenvoudige rechtvaardigheid om miskende geesten uit de verdomhoeken der historie te lichten' (9).Erger vind ik het, wanneer technische termen worden gemaltraiteerd: 'kerkoudste' in plaats van 'ouderling' (6), 'misdienst' in plaats van 'misviering' (24), 'primaatschap' in plaats van 'primaat' (30), 'ingieting van de genade' in plaats van 'instorting' (177), 'een penitentie aanmeten' in plaats van 'opleggen' ( 189).De woorden 'irenisch' en zelfs 'irenisme' komen mij niet onbekend voor, maar kan men ook spreken van een 'irenist', zoals de auteur bij herhaling doet?Soms ook gebruikt de schrijver een wat vreemde beeldspraak: de roomskatholieke kerk als 'een monolithische verbastering' van de kerk van de eerste eeuwen ( 125), of de eucharistie in een bepaald geschrift 'onherkenbaar vermomd' opgevoerd (42).In de aantekeningen wordt zeer veel materiaal, en vaak interessant materiaal, aangedragen.Wat ik echter meerdere keren mis, is een korte omschrijving van een in de tekst genoemde persoon.Soms wordt er naar een biografisch lexicon verwezen, en dat is dan alles, maar soms ook wordt alleen de naam genoemd en moet de lezer maar raden wat voor iemand dat is.Bij de opgegeven literatuur stuitte ik enkele keren op foutieve of onvolledige literatuurverwijzingen, maar dat is iets dat praktisch onvermijdelijk is.Kort en goed, afgezien van de hier genoemde onvolkomenheden, biedt dit boek veel wat te waarderen valt.De auteur heeft kans gezien om een historische figuur van het tweede plan eens goed in het licht te zetten.Het zijn juist dit soort persoonlijkheden uit het verleden die ten onrechte in de schaduw blijven, slechts kort beschreven in biografische lexica en ook daar nog vaak over het hoofd gezien.Toch maakten zij niet minder geschiedenis dan de uitzonderlijk grote geesten die steeds volop in de belangstelling staan.Théophile Brachet de la Milletière heeft nu gekregen wat hem toekomt.

Referência(s)