Artigo Acesso aberto Revisado por pares

Een hevig gewarrel. Humanitair idealisme en socialisme in Nederland rond de eeuwwisseling

1991; Utrecht University Library Open Access Journals (Publishing Services); Volume: 106; Issue: 4 Linguagem: Holandês

10.18352/bmgn-lchr.3440

ISSN

2211-2898

Autores

P. de Rooy,

Resumo

De kleine geloven'In zijn magnum opus Op het breukvlak van twee eeuwen tekende Jan Romein ons een bourgeoisie in verwarring.Oppervlakkig beschouwd beheerste deze klasse de winsten verliesrekening van macht en moraal.Maar zowel van buitenaf als van binnenuit groeiden de bedreigingen, de opkomst van de onafhankelijkheidsbewegingen in de koloniale rijken en de arbeidersbeweging in alle landen van Europa.Daarmee verbonden vervaagden klassieke onderscheidingen als die tussen staat en maatschappij, privé en openbaar, zoals alle vanzelfsprekendheden werden aangetast.Alle vaste waarheden werden relatief; alle autoriteit die berustte op traditie en verleden brokkelde af, waarmee ook de toekomst onzeker werd.Wanhopig was de bourgeoisie dan ook op zoek naar een nieuwe 'orde der dingen', die bovenal gestalte moest krijgen in een nieuwe sociale ethiek, waarin een oplossing werd gegeven voor de spanning tussen individu en gemeenschap.In dit spanningsveld werden door Romein al diegenen gesitueerd, die met hun vaak hoogst eigenzinnige geloofjes beweerden een oplossing te hebben voor de grote problemen des levens en niet zelden ook voor de wereld daarna: de Spiritisten en theosofen, de astrologen en magnetiseurs, de vegetariërs en geheelonthouders en al die andere profeten, 'grote en kleine, gave en geschondene, begaafde en alleen maar listige.Éénogen die koning waren in het land der blinden of kwakzalvers in Luilekkerland' 1 .Deze categorie nam in zijn visie een belangrijke plaats in, immers:Er is wel geen indringender bewijs voor de fundamentele onzekerheid en onbevredigdheid van de geest van deze tijd dan dit salutisme en idealisme, dit haken naar heil en heiligheid 2 .Na deze krachtige opinies is de verdere analyse van 'de kleine geloven' echter merkwaardig ambivalent.Opvallend is bijvoorbeeld zijn mening dat het hier vooral ging om een verschijnsel in de bovenste lagen der maatschappij, terwijl zijn eigen gegevens laten zien dat het op alle lagen van de bevolking aantrekkingskracht uitoefende.Daarnaast is er het probleem van het verband tussen deze min of meer metafysische bewegingen en het meer of minder radicale sociale hervormingsstreven.Er zijn immers tal van mensen aan te wijzen die een en ander in zich wisten te verenigen, George Wallace en Annie Besant bijvoorbeeld.In Nederland was Troelstra enige tijd zeer geïnteresseerd in het spiritisme, en hij veronderstelde hiervoor ook een

Referência(s)