Het Nederlandse economische wonder
1986; Utrecht University Library Open Access Journals (Publishing Services); Volume: 101; Issue: 1 Linguagem: Holandês
10.18352/bmgn-lchr.2679
ISSN2211-2898
Autores Resumode jaren zeventig, toen het internationale economische evenwicht hevig werd verstoord.Wegens het ontbreken van adequate gegevens is het niet mogelijk het groeitempo van de Nederlandse economie in onze gouden eeuw te bepalen, maar vast staat dat de Nederlandse economie sinds de zeventiende eeuw nog nooit zo'n snelle en langdurige expansie heeft gekend als in de jaren 1950-1973.Het reëel nationaal inkomen verdrievoudigde en ondanks het feit dat Nederland tot de landen behoorde met de hoogste bevolkingsgroei van Europa, kon het per capita-inkomen zich meer dan verdubbelen.Deze periode was ook in die zin uniek dat de werkgelegenheid op zo'n niveau kon worden gehandhaafd, dat bijna het gehele arbeidspotentieel werd opgenomen.Hierbij dient men te bedenken dat het aantal daadwerkelijk bij de arbeidsmarkt betrokken arbeidskrachten zowel door de sociale conventies als later ook door de sociale wetgeving verminderde en dat het niveau één van de laagste was in industrieel Europa.De groei ging gepaard met radicale verschuivingen in het consumptiepatroon en had een expansie van de sociale uitgaven tot gevolg, veranderingen die op hun beurt de voorwaarden schiepen voor een wijziging van het sociale en politieke karakter van de Nederlandse natie, die ook de heersende elites niet ontging.Een zichtbare en tastbare toename van de welvaart is nooit slecht geweest voor het aantal stemmen en het lag voor de hand dat politici ook een deel van de eer van deze ontwikkelingen voor zichzelf gingen opeisen.Zo werd het wonder beurtelings toegeschreven aan de wijsheid van het economisch management en aan de sociale instellingen, die het kader schiepen waarbinnen het economisch management werd uitgeoefend.In Nederland werd de loftrompet uitgestoken over de ver vooruitziende industrialisatienota's, de uitmuntende kwaliteit van de adviezen van het Centraal Planbureau, de vakkundige toepassing van het monetaire en fiscale beleid, en de Sociaal-Economische Raad voor zijn rol in het temperen van loonstijgingen en het voorkomen van destabiliserende loonconflicten.Dat de eerste industrialisatienota's achter de feiten aanholden, dat de centraal economische plannen flagrante voorspellingsfouten bevatten, dat het fiscale beleid over het algemeen eerder pro-cyclisch dan anti-cyclisch werkte en dat het naoorlogse loonbeleid juist werd losgelaten op het moment waarop de spanningen op de arbeidsmarkt dit beleid werkelijk op de proef zouden
Referência(s)