Les morts chassés de la cité. ''Lumière et Préjugés" : les "émeutes" à Lille (1779) et à Cambrai (1786) lors du transfert des cimetières
1978; Lille University of Science and Technology; Volume: 60; Issue: 236 Linguagem: Holandês
10.3406/rnord.1978.3472
ISSN2271-7005
Autores Tópico(s)Historical Studies and Socio-cultural Analysis
ResumoAlain Lottin, De doden uit de steden verdreven. "Verlichting en vooroordeel" : de "troebelen" te Rijsel (1779) en te Kamerrijk (1786) bij de overbrenging van de kerkhoven. Na de debatten waarin de "verlichte" opinie zich tegen de infectiebronnen, die de kerkhoven waren, gekeerd had, verbood een koninklijke declaratie op 10 maart 1776 het begraven in de kerken, en drong aan op de verplaatsing van de begraafplaatsen buiten de stad. In Rijsel bereidde de stadsmagistratuur methodisch deze maatregelen voor sedert 1772 ondanks de oppositie van de traditionalisten. Bij de uitvoering van de nieuwe verordeningen komt oproer voor. Zo werden in 1779 in Rijsel twee lijkwagens vernietigd en werd een betoger voorbeelding gestraft. In Kamerrijk steunt het volk de families die weigeren voor het vervoer door paarden getrokken karren te gebruiken. In twee gevallen geldt dat de mensen zelf hun doden naar het (nieuwe) graf brengen willen uit "goedheid, geloof en medeleven". Deze debatten en betogingen (waarin het probleem van de frisse lucht een grote rol speelt) spruiten voort uit een mentaliteitsverschil en vooral uit de ontkerstening van een deel van de elite en de wil het "overbodige" uit de stad te verbannen om zo kostbare grond te winnen. Daarbij komt een verwerpen van de dood en een terugkeer naar heidense opvattingen. Deze elite neemt het op tegen het volk en sommige notabelen die de dure maatregelen verwerpen omdat ze de oude verbondenheid en de volksreligie verdwijnen doen. Het is duidelijk dat de desa- cralisatie van de stad een achteruitgang van de zin voor het sakrale betekent.
Referência(s)