Het kwaad: een foltering van de filosofie

2003; Cambridge University Press; Volume: 65; Issue: 1 Linguagem: Holandês

ISSN

0040-750X

Autores

Carlos Steel,

Tópico(s)

Nietzsche, Schopenhauer, and Hegel

Resumo

In de bekende slotparagraaf van de Genealogie van de moraal merkt Nietzsche op dat mensen door alle tijden heen onderhevig zijn geweest aan en alle mogelijke vormen van kwaad. Maar, zoais hij zegt, lijden zelf was niet het probleem, maar het feit dat er geen antwoord was op de schreeuw van de vraag: waarom lijden? De mens, het dapperste van alle dieren en het meest aan gewoon, wijst het op zichzelf niet af; hij mil het, hij zoekt het zelf op, op voorwaarde dat je hem een zin ervan aanwijst, een daarom van het lijden. De zinloosheid van het lijden, niet het zelf, was de vloek die tot dusverre op de mensheid rustte.1

Referência(s)